Woningen in Nederland moeten van het aardgas af. Maar in welke wijk begin je en wat is het beste alternatief voor aardgas? De gemeente Groningen en Enexis netbeheer en Gasunie hebben CE Delft en Quintel gevraagd dit te onderzoeken.
In dit project hebben voor het eerst twee onderzoeksbureaus met twee energietransitie-rekenmodellen samengewerkt om ‘bottom-up’ te rekenen aan de energietransitie in de gebouwde omgeving op buurtniveau. Dit in opdracht van de actief betrokken opdrachtgevers – gemeente Groningen, Enexis en GTS – en samen met een brede klankbordgroep. Hierbij is voortgebouwd op kennis en ervaring die in eerder trajecten is opgedaan, zoals Routekaart Groningen Energieneutraal 2035 en diverse wijkverkenningen.
Rekenmodellen (hoe goed ook) kunnen geen zekerheid over de toekomst geven. Je kunt de toekomst niet uitrekenen, maar wel inzicht krijgen in het probleem waar je aan rekent. Deze onzekerheid is door de opdrachtgevers juist omarmd door verschillende modellen en rekenmethoden op hetzelfde los te laten. Dit in de wetenschap dat er andere resultaten uitkomen. Hierdoor is meer zicht op de robuustheid van de uitkomsten voor bijvoorbeeld veranderende omstandigheden en blinde vlekken van rekenmodellen,
Beide modellen hebben voor alle buurten een voorkeurstechnologie aangewezen met een indicatie van zekerheid van die voorkeur. Tevens zijn hiermee een top-25 van overeenkomstige uitkomsten en een top-25 verschillende uitkomsten gemaakt. Met het ‘openingsbod’ voor de wijk wordt een startpunt voor de transitie aangereikt. Per wijk de verduurzamingsrichting die, op basis van de nu bekende informatie, het beste past bij de situatie in en om de wijk. De duidelijkheid die daardoor ontstaat versnelt het proces om te komen tot definitieve plannen per wijk.
Team
Opdrachtgevers